For well over twenty years, James II and his son James III lived in exile from Britain as the guests of Louis XIV at the chateau at St Germain-en-Laye. Situated between Paris and Versailles (the two hotspots of musical and cultural life in France at the time) and being the former residence of the Sun King, the chateau at St Germain contained the finest court theatre in France and was set up to accommodate performances on a lavish scale. The exiled court had at its musical helm the now-neglected composer and ambassador of Italian style, Innocenzo Fede. As a consequence, the Stuart royal household enjoyed a rich daily menu of Italian vocal and instrumental music, making it a key player in the popularization of trans-alpine art forms in France. This is not to say that French music had no place in this italophile enclave; on the contrary, there are many facts suggesting that the court at Versailles had extensive musical contact with St Germain. In a programme of music for table, private enjoyment, stage and concert, we delve into the rarely-heard treasure-trove of works by Fede and by those of his Roman contemporaries who feature in Fede’s manuscript collection now contained in the Philidor archive, alongside works by Frenchmen Francois Couperin, Charpentier and Delalande, who all had close links with this little pocket of English Italy existing in a strange land.

Meer dan 20 jaren lang leefden James II en zijn zoon James III in ballingschap. Als gasten van Louis XIV bewoonden ze het kasteel van St. Germain-en-Laye, dat lag tussen Parijs en Versailles (beide belangrijke spelers op het gebied van Franse muziek en cultuur) en voordien residentie was van de Zonnekoning. In het kasteel bevond zich het mooiste hoftheater van Frankrijk en uitvoeringen op grote schaal konden er plaatsvinden. Aan het muzikale roer van deze verbannen koninklijke familie stond Innocenzo Fede, een nu verwaarloosde componist en voorvechter van de Italiaanse stijl. Dagelijks kregen deze Stuarts Italiaanse vocale en instrumentale muziek voorgeschoteld. Dit hof speelde dan ook een sleutelrol in de popularisatie van de Transalpijnse kunstvormen in Frankrijk. Dit betekende echter niet dat de Franse muziek geen plaats meer had in deze italofiele enclave. Vele feiten wijzen er op dat het hof van Versailles op muzikaal gebied in nauw contact stond met St. Germain.
Voor dit programma met muziek bedoeld voor zowel persoonlijk vertier, als concertante of scènische opvoeringen, putten we uit een rijke bron van zelden gehoorde werken van Fede en zijn Romeinse tijdgenoten. Fede legde een grote verzameling van manuscripten aan. Deze maken nu deel uit van de Philidor collectie. Daarnaast spelen we muziek van François Couperin, Charpentier en Delalande. Zij waren allen verbonden aan dit kleine Engelse Italië, ontsproten aan vreemd terrein.

Pendant plus de vingt ans, Jacques II et son fils Jacques III vivèrent exilés de Grande Bretagne. Ils étaient les hôtes de Louis XIV en son château de St Germain-en-Laye. Situé entre Paris et Versailles (les deux pôles musicaux et culturels français de l’époque), l’ancienne résidence officielle du Roi Soleil possédait la meilleure troupe de théâtre du pays attachée à  la cour. Il était conçu pour accueillir des représentations dans un cadre somptueux. La cour exilée place à  la barre de sa musique le négligé compositeur et ambassadeur italien Innocenzo Fede. Par conséquent, la maison royale des Stuart a pour son bon plaisir quotidien un riche menu de musique vocale et instrumentale italienne. On peut voir là  une des clés de l’implantation et de la popularisation des formes artistiques transalpines en France. Pour autant, la musique française trouvait sa place au sein de cette enclave italophile. En effet, plusieurs faits suggèrent que la cour de Versailles était en contact étroit avec le milieu musical de St Germain. Dans le programme de musique pour les soupers, les amusements privés, pour la scène ou le concert, nous fouillons au cœur même des œuvres de Fede et de celles, romaines, de ses contemporains. Les manuscrits de Fede se trouvent aujourd’hui dans les archives Philidor, aux côtés d’œuvres de François Couperin, Charpentier et Delalande. Ils relient cette petite bulle d’Angleterre passionnée d’Italie à ce pays étranger.

Mehr als zwanzig Jahre lang lebten James II und sein Sohn James III im Exil von Britannien als Gäste von Louis XIV im Schloss von St. Germain-en-Laye. Das Schloss in St. Germain, zwischen Paris und Versailles (den zwei Brennpunkten des damaligen musikalischen und kulturellen Lebens) gelegen und ehemalige Residenz des Sonnenkönigs, beherbergte das raffinierteste Hoftheater in Frankreich und war dazu ausgestattet, extravagante Aufführungen zu beherbergen. Der im Exil lebende Hof hatte als musikalische Galionsfigur den heute unbekannten Komponisten und Botschafter des italienischen Stils Innocenzo Fede. In der Folge genoss der königliche Haushalt der Stuarts eine reiche Auswahl an italienischer Vokal- und Instrumentalmusik, wodurch er eine Schlüsselrolle in der Verbreitung transalpina Kunstformen in Frankreich einnahm. Das bedeutet aber nicht, dass französische Musik keinen Platz in dieser italophile Enklave gehabt hätte; im Gegenteil, es gibt viele Hinweise die darauf hinweisen, dass der Hof von Versailles einen ausgedehnten musikalischen Kontakt mit St. Germain hatte. In einem Programm für Tafelmusik, privaten Genuss, Bühne und Konzert, vertiefen wir uns in die selten gehörten Schätze der Werke von Fede und jener seiner römischen Zeitgenossen, welche in Fedes nun im Philidor-Archiv aufgenommenen Manuskriptsammlung, gemeinsam mit Werken der Franzosen Francois Couperin, Charpentier und Delalande, welche alle eine enge Verbindung zu dieser in einem fremden Land bestehenden Miniatur des englischen Italiens hatten, aufscheinen.